Competenties |
Leiderschap |
Coördineert het werk van de hulpverleningsploeg, werkt samen met externe hulpverleningsdiensten, stelt prioriteiten, bepaalt doelen en acties, draagt bij aan goede preventie, preparatie, repressie en nazorg. Wijst personen aan om doelen te bereiken, motiveert bedrijfshulpverleners, houdt toezicht op het gebruik van veiligheidsmaterialen en -voorzieningen, controleert de voortgang van processen, geeft voorlichting en instructie, evalueert oefeningen en/of geboden spoedeisende hulpverlening.
|
Besluitvorming |
Signaleert problemen en mogelijkheden, legt verbanden tussen verschillende informatie, gebruikt kennis ter verbetering van werkzaamheden, weegt consequenties van besluiten tegen elkaar af, heeft inzicht in de gevolgen van besluiten, neemt op het juiste moment realistische besluiten. Verleent hulp volgens vaste methodieken. Neemt preventieve maatregelen en schaft voorzieningen aan ter voorkoming van ongewenste situaties, draagt zorg voor planning en uitvoering van spoedeisende hulpverlening, stelt prioriteiten, anticipeert op onvoorziene situaties, schat de situatie juist in en handelt naar bevindingen.
|
Communicatie |
Luistert naar het slachtoffer en anderen, stelt relevante vragen, kan in begrijpelijke taal communiceren, kan zich representatief gedragen, draagt bij aan gezamenlijk resultaat en werkt aan gemeenschappelijke doelen. Onderhoudt interne en externe contacten, draagt de situatie correct over aan de externe hulpverleningsdiensten.
|
Werkhouding |
Heeft een pro-actieve houding, is gericht op goede dienstverlening en tevredenheid bij het slachtoffer, collega's of werknemers en de omgeving, heeft een maximale inzet en is stressbestendig. Is gericht op de doelen van de organisatie en kan zich aanpassen om een gesteld doel te bereiken. Presteert effectief onder tijdsdruk, in emotionele situaties en laat zich niet uit het veld slaan door tegenspraak van omstanders. Heeft empathisch vermogen, treedt een slachtoffer met respect tegemoet en gaat correct om met vertrouwelijke informatie.
|
Persoonlijke instelling |
Heeft respect voor het slachtoffer en verleent adequate spoedeisende hulp. Kan innovatieve voorstellen doen, nieuwe informatie implementeren, durft verantwoorde risico's te nemen, heeft uithoudingsvermogen, hanteert algemeen aanvaarde waarden en normen, en kan acties uitvoeren gericht op het belang van anderen, zolang dit voor de veiligheid verantwoord is.
|
Resultaatgebieden |
Uitvoeren van preventieve maatregelen, interne en externe alarmering, leiding geven aan een hulpverleningsploeg, communiceren met slachtoffers en hulpverleners, overdragen aan en samenwerken met professionele hulpverlening, uitvoeren van triage op verzamelplaats, verlenen van adequate spoedeisende hulp aan één of meerdere slachtoffers.
|
Kritieke (beroeps)situaties |
Gevaar: bij dreigend gevaar voor het slachtoffer zal deze in veiligheid gebracht moeten worden, terwijl als de hulpverleningsploeg zelf in gevaar komt, moet worden beslist de hulpverlening te staken.
Stressvolle situaties: hulpverlenen na een ongeval of onwelwording houdt in dat van de hulpverlener wordt verwacht dat onder hoogspanning gewerkt kan worden.
Prioriteiten stellen: met name bij meerdere slachtoffers zal moeten worden gekozen welk slachtoffer het eerst geholpen moet worden.
Fouten: zodra een fout wordt bemerkt, moet deze direct worden hersteld. Door evaluaties wordt vastgesteld of fouten zijn gemaakt en kunnen zo nodig verbeteringen worden geïmplementeerd ter continue verbetering.
|